Van LevensCyclus Analyse tot Milieu Prestatie Gebouwen
De Europese en Nederlandse regelgeving zijn constant aan verandering onderhevig. Zodra er veranderingen zijn die belangrijk zijn voor gevelbouwers deelt de VMRG deze met haar achterban.
De terminologie die in deze regelgeving gebruikt wordt, is soms lastig te begrijpen. Daarom een stukje toelichting op onderliggende data en bepalingsmethoden.
We willen graag zuinig met de voorraden op de wereld omgaan en goede keuzes maken. Om de impact van een product op het milieu te kunnen bepalen, is de rekenmethode LevensCyclus Analyse (LCA) ontwikkeld. Op basis van de resultaten van dergelijke berekeningen is het mogelijk een product en productieprocessen te verbeteren. Zo wordt een product steeds milieu- en klimaatvriendelijker.
In een LCA wordt voor de verschillende stadia van de levensduur van een product de impact op het milieu berekend. Deze stadia zijn opgedeeld in modules A1 tot en met D (zie afbeelding). In Europa en dus ook Nederland gebruikt men voor het uitvoeren van de levenscyclusanalyse de EN 15804 als bepalingsmethode voor de berekeningen. Voor specifieke productgroepen, zoals ramen, deuren en schuifpuien zijn er aanvullende uitgangspunten op Europees niveau vastgelegd in de Product Category rules NEN-EN 17213:2020.
Voor de Nederlandse markt is de ‘Nederlandse aanvulling op Product Category Rules NEN-EN 17213:2020 Ramen en Deuren ontwikkeld (zie ook elders in Gevelbouw het artikel ‘Nieuwe regels voor LCA’s). Hierin staan onder andere de referentiematen, of men het gebruik van een kraan bij montage moet meenemen, hoe we het transport berekenen, hoe we de impact van schoonmaken berekenen en hoe om te gaan met het vervangen of herstellen van onderdelen. Daarbij wordt altijd vanuit een referentiemaat teruggerekend naar de milieu impact van 1 m2 raam.
Uit de LCA komen 19 verschillende indicatoren die aangeven wat de milieu impact is van het product.
De resultaten en de berekening van de LCA zouden bedrijfsgevoelige informatie kunnen bevatten. De ISO 14025 geeft met de Environmental Product Declaration (EPD) een standaard hoe bedrijven deze resultaten kunnen weergeven en kunnen delen.
Om meer begrip en inzicht te creëren voor de uitslag van een LCA is in Nederland een methode ontwikkeld om de 19 indicatoren die uit de LCA komen om te zetten in één getal, de Milieu Kosten Indicator (MKI) .
Elke milieu indicator heeft een wegingsfactor. De wegingsfactoren zijn Nederlands beleid en kunnen afhankelijk van onderzoek en beleidsdoelen wijzigen.
Deze EPD’s en bijbehorende MKI scores kunnen na review van een notified body worden ingebracht in de Nationale Milieu Database (NMD). Daar is onderscheid gemaakt in drie categorieën:
Om de impact van een heel gebouw te berekenen, tellen we alle MKI’s van de verschillende producten in een gebouw bij elkaar op. Het resultaat is de Milieuprestatie Gebouwen (MPG)-score. De grenswaarde voor nieuwe woningen ligt op dit moment op 0,8 euro/m2/jaar. Het doel van de overheid is om dit uiteindelijk aan te scherpen.
Hoe wordt de MPG-score gebruikt? Bij het ontwerpen van een gebouw wordt er met rekentools berekend hoe het gebouw binnen de grenswaarde van 0,8 euro/m2/jaar is te bouwen. Deze berekening dient te worden aangeleverd bij aanvraag van de omgevingsvergunning. Architecten en adviseurs maken vaak gebruik van categorie 2 en 3 kaarten omdat het nog niet bekend is welke specifieke producten en merken gebruikt gaan worden. In een latere fase kunnen categorie 1 kaarten gebruikt worden.
Deze regelgeving is belangrijk tijdens de voorbereiding voor adviseurs en opdrachtgevers en het levert dus direct meer opdrachten op wanneer er een betere score op een categorie 2 en categorie 1 kaart kan worden behaald.
Om als bedrijf een betere (cat.1) score te behalen, is het zinvol om met een LCA de huidige stand van zaken in kaart te brengen en te zien waar makkelijk beter gescoord kan worden. Werk bijvoorbeeld samen met landelijke of Europese leveranciers, investeer in groene stroom of probeer minder materiaal te gebruiken.
Werk met elkaar en de branchevereniging samen om data te verzamelen voor een categorie 2 kaart. Tijdens de grove berekeningen wordt er nog niet voor een specifiek bedrijf gekozen (categorie 1), maar kunnen producten wel afvallen als ze bij categorie 3 kaarten slecht scoren. Betrouwbare categorie 2 kaarten helpen de hele branche.