Kiezen voor dichtbij
Duurzaamheid is al decennialang een speerpunt voor de Vereniging Kunststof Gevelelementenindustrie (VKG). De branche beschikt sinds de jaren negentig over een collectief recyclesysteem, waarmee oude kozijnen en productafval worden ingezameld en hergebruikt. Het inmiddels marktconforme systeem geldt als een succes en zorgt ervoor dat Nederlandse producenten goed scoren in de Nationale Milieudatabase (NMD). Toch groeit de import van kunststofkozijnen uit omringende landen, vaak zonder deelname aan recycling en met aanzienlijk langere transportafstanden. Om de effecten daarvan in kaart te brengen, liet VKG een variantenstudie uitvoeren door Alba Concepts op bestaande levenscyclusanalyses (LCA’s). De conclusie: buitenlandse assemblage leidt tot een fors hogere milieu-impact.
Volgens VKG-directeur Albert Zegelaar vormt recyclen de basis voor de lage milieu-impact van Nederlandse kozijnen. “Al onze leden hebben zich aangesloten bij het systeem. Oude kozijnen en productieafval worden gescheiden en verwerkt tot nieuw materiaal. Uit onderzoek blijkt dat dit zonder kwaliteitsverlies wel tien keer herhaald kan worden, wat betekent dat een kunststof kozijn in theorie honderden jaren mee kan.”

De import van kozijnen beslaat inmiddels zo’n 30 procent van de markt. Buitenlandse leveranciers nemen geen verantwoordelijkheid voor recycling of einde levensduur, terwijl transport een forse milieubelasting veroorzaakt. Uit de LCA-variantenstudie blijkt dat assemblage in het buitenland een 23 tot 42 procent hogere milieukostenindicator (MKI) oplevert en de CO2-uitstoot met 18 tot 27 procent toeneemt. “Met name de transportafstanden zijn de grootste boosdoener”, zegt Zegelaar. “In sommige gevallen gaat het om tien keer langere routes dan bij assemblage in Nederland. Daarbij komt dat de energiemix in landen als Estland, Polen of Litouwen milieutechnisch minder goed is: ze draaien vaak nog grotendeels stroom vanuit bruinkoolcentrales. Dat vergroot de impact verder.” Volgens Zegelaar is het onhoudbaar dat Nederlandse producenten opdraaien voor recycling van geïmporteerde kozijnen.“We voelen ons voor het blok gezet. Dat moet anders.”
De resultaten zijn uitgedrukt in de Milieukostenindicator (MKI). Voor Zegelaar is het cruciaal dat er met zulke objectieve cijfers wordt gewerkt. “Het is de enige toets die je hebt. Dankzij nationale afspraken over Product Category Rules hebben we een level playing field met andere branches. Dat zorgt ervoor dat onze MKI-scores eerlijk vergeleken kunnen worden.” Volgens Alba Concepts kan de sector jaarlijks 1.055 ton CO2 besparen als alle assemblage lokaal plaatsvindt.

Nu is het volgens Zegelaar zaak om opdrachtgevers en bouwpartijen beter te informeren. “De keuze voor kozijnen wordt vaak gestuurd door prijs. Maar als je de total cost of ownership meeneemt, inclusief onderhoud en service, dan biedt een kozijn met VKG Keurmerk aantoonbare voordelen. Je weet zeker dat de milieu-impact lager is en er een backserviceorganisatie achter staat.” Hij wijst erop dat perceptie niet altijd strookt met de feiten. “Er leeft een soort biobased-hype, waarbij hout automatisch als milieuvriendelijker wordt gezien. Maar als je de LCA-cijfers naast elkaar legt, scoort kunststof minstens zo goed, vaak beter. En dat moeten we beter communiceren.”

In het Gevelakkoord is afgesproken dat in 2030 gemiddeld 45 procent secundair materiaal wordt toegepast. Zegelaar is optimistisch: “Dat doel halen we. Het enige risico is dat onze producten er te lang in blijven zitten omdat ze zo duurzaam zijn. We willen de eerste generatie kozijnen terughalen en hergebruiken als grondstof. De markt is bovendien sterk gegroeid, waardoor ook de vraag naar gerecycled materiaal toeneemt.”
Tegelijkertijd werkt de branche aan nieuwe Categorie 2-verklaringen voor de NMD, zodat ook kleinere bedrijven over representatieve MKI-data beschikken. Voor de toekomst ziet Zegelaar volop kansen: “Nederland heeft voldoende capaciteit en kwaliteit. Maar opdrachtgevers en overheid moeten dit wel bewust meewegen. Want zonnepanelen plaatsen en tegelijk kozijnen importeren uit Lithouwen voelt dubbel. Als we echt duurzaam willen bouwen, hoort de keuze voor lokaal geproduceerde kozijnen daar gewoon bij.”
Met de uitkomsten uit het onderzoek benadrukt Zegelaar dat het VKG Keurmerk niet alleen staat voor kwaliteit, maar ook voor aantoonbaar lagere milieu-impact. “Het draait om betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid. Als sector laten we zien dat kiezen voor dichtbij daadwerkelijk verschil maakt.”
Neem dan rechtstreeks contact op met VKG – Vereniging Kunststof Gevelelementenindustrie.
		    
		        Contact opnemen