Regeren is vooruitzien. De laatste twee jaar stagneert de bouw in Nederland, met de woningbouw voorop. Heel raar eigenlijk als er een opgave ligt om een miljoen woningen te bouwen. Deze stagnatie is niet goed voor Nederland. De problemen worden zo alleen maar groter. De bouwsector heeft voldoende kennis en capaciteit om in te zetten. Wij willen onze schaarse krachten in de bouw ook de komende jaren graag behouden. Er moet dus echt iets gebeuren en dat vraagt wat van Den Haag.
Er moeten belangrijke keuzes gemaakt worden. Deze keuzes liggen rondom het stikstofdossier dat de bouw belemmert, maar gaan ook over de beschikbare ruimte in Nederland. De helft van de ruimte in Nederland is landbouw georiënteerd, ongeveer 13% bestaat uit gebouwde omgeving. En gelukkig hebben we ook 16% natuur. We vinden landbouw, natuur, maar ook de gebouwde omgeving belangrijk. Maar hoe krijgen we 1% ruimte voor extra woningen op een verantwoorde manier? De groei van de bevolking zal toch opgevangen moeten worden, anders worden huizen helemaal onbetaalbaar.
Groot probleem is dat procedures veel te lang duren. De bouw zelf heeft last gehad van forse prijsstijgingen en de rente is gestegen. Projecten zijn hierdoor minder rendabel of zelfs onhaalbaar geworden. Naast meer nieuwe bouwlocaties kunnen we efficiënter bouwen. Faalkosten bedragen nog minstens 10% in de bouw in Nederland. Hierin kan digitalisering een belangrijke rol spelen, maar zeker ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Vaak wordt wetgeving gezien als beperkend, maar je kunt het ook omarmen. Want wetgeving met als doel om tot betere kwaliteit te komen, daar kan toch niemand tegen zijn. De grootste uitdaging van de Wkb is voor onze leden om nog beter samen te gaan werken dan we al deden met opdrachtgevers, architecten, aannemers, ontwikkelaars en toeleveranciers. En dan gaat het vooral om samenwerking voordat je gaat bouwen. De Wkb brengt voor bij de VMRG aangesloten bedrijven weinig verandering, want met het VMRG Keurmerk zijn bedrijven al gewend om het gehele proces van productie tot en met montage te borgen. Dé uitdaging bij de Wkb ligt in betere samenwerking.
Dezelfde wet gaat ook over de aantoonbaarheid. Op het moment dat projecten vooraf goed uitgewerkt worden, is de aantoonbaarheid achteraf niet zo’n probleem meer. Dit leidt tot minder faalkosten. Daar is een bedrijf zelf, maar ook de maatschappij, bij gebaat. Die faalkosten kun je op twee manieren definiëren. Allereerst natuurlijk als extra kosten. Maar het kan ook zijn dat er extra materiaal gebruikt is, wat niet nodig was geweest en onwenselijk is vanuit het oogpunt van duurzaamheid en circulariteit. De bouw kan zich de komende jaren overigens nog verder ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. De overheid kan ook hier zeker een belangrijke rol in spelen, door te reguleren en te stimuleren. Er moet meer hergebruikt en gerecycled worden. Dat kan bij aluminium en staal gelukkig heel goed. De productie van staal en aluminium kan milieuvriendelijker. Denk aan waterstoftransitie. Deze komt er niet vanzelf, de overheid moet de verantwoordelijkheid nemen om dat samen met de markt voor elkaar te krijgen.
De vraag aan politiek Den Haag is: Geef de bouw ruimte om toekomstbestendig (woningen) te bouwen op een verantwoorde manier. Dat kan alleen als de politiek bereid is om keuzes te maken. Dit kun je niet alleen aan de markt overlaten. VMRG gevelbouwers zijn al gewend om deze uitdaging aan te gaan. Zij zorgen ervoor dat gevels lang meegaan, zij zorgen er zowel bij nieuwbouw als renovatie voor dat gevels voldoen aan de nieuwste en hoogste eisen. Als opdrachtgevers kiezen voor onze bedrijven met het VMRG Keurmerk, dan is de kwaliteit ook binnen de Wkb geborgd. Ook zorgen zij ervoor dat er steeds meer aluminium en staal hergebruikt en gerecycled wordt. Ondernemen is vooruitzien. Den Haag, mooie stad achter de duinen, het wordt nu echt tijd om te kiezen voor de noodzakelijke vooruitgang in de bouw.