Op 14 november jl. vond de VMRG online Expertsessie ‘Verbeter de milieuprestatie van uw product’ plaats. Experts Mantijn van Leeuwen, directeur bij NIBE en Martijn Veerman, specialist circulaire gevels bij gevelbouwer Alkondor Hengelo, schoven aan tafel bij Henk Zoontjens, directeur bij de VMRG. We blikken terug met een greep uit de vragen die in deze sessie aan de orde kwamen.
Van Leeuwen: Vanwege de energie- en materialentransitie die we doormaken. Het klimaat verandert door ons handelen en als we niets doen, staat een groot deel van Nederland binnen afzienbare tijd onder water. Het moet dus anders en de milieuprestatie gebruiken we om onze impact uit te drukken.
Veerman: Er komt regelgeving vanuit Europa aan dat bedrijven verplicht om op duurzaamheid te rapporteren (CSRD), wat getoetst wordt door een accountant. Dit begint bij grote bedrijven. Aannemers zullen bij hun leveranciers aankloppen voor informatie over de duurzaamheid van de grondstoffen. Ook aan de kant van de beleggers en gebouwtaxateurs zie ik een trend dat de waarde van een gebouw stijgt als er duurzaamheid geïmplementeerd is.
Van Leeuwen: De EPD is de verklaring op productniveau, dit is wat de producent oplevert. Deze komt voort uit de LCA, de studie die hieronder ligt.
Veerman: Gevelbouwers krijgen halffabrikaten waar ze een product van maken. Het proces van een gevelbouwer kost energie, zo moet er een hal en kantoor verwarmd worden. De grootste milieu impact zit echter in het proces van grondstof tot halffabrikaat. En dat stuk ligt dus bij onze leveranciers. Sommige leveranciers hebben een halffabrikaat waarin heel veel verschillende grondstoffen zitten, voor deze bedrijven is het extra lastig om EPD’s te maken.
Van Leeuwen: De milieuprestatie wordt inderdaad door de hele keten geleverd en 80% zit daarbij aan de grondstoffenkant van de keten. Het is dus van groot belang dat de producenten van grondstoffen en halffabrikaten ook hun data leveren.
Van Leeuwen: NIBE biedt bedrijven de mogelijkheid om dit zelf te doen met onze software. Wij zien namelijk het probleem aankomen dat er te weinig LCA specialisten zijn, zeker nu er een verplichting aan komt. Om het zelf te kunnen, is een HBO technische opleiding gewenst met voldoende ervaring en kennis van de sector, de producten en het productieproces. De rest leert NIBE je.
Veerman: Wij hebben een adviseur ingeschakeld. Dit bedrijf gebruikt de software van NIBE, maakt de LCA berekeningen, snapt de regelgeving en welke data er nodig is en hoe het rapport moet worden opgesteld. Dit bedrijf zorgt er tenslotte voor dat de juiste gegevens in de Nationale Milieudatabase komen te staan en houdt dit actueel.
Veerman: Het hele proces moet in kaart gebracht worden, van grondstofwinning tot en met, in ons geval, hergebruik. Dan ga je per ‘station’ bekijken, welke grondstof is nodig, welke bewerkingen vinden plaats, hoe lang doet een machine erover en wat verbruikt deze aan energie. Ook moeten natuurlijk de verwarming van de vierkante meters hal en kantoor meegerekend worden. De energie die het bedrijf zelf opwekt moet weer verrekend worden. Onderzocht moet worden welk transport plaatsvindt en met welk voertuig. Van het proces voordat het halffabrikaat in ons bedrijf is, zijn wij afhankelijk van een systeemhuis om de data aan te leveren die wij nodig hebben. Ook over het hele onderhoudsproces moeten data aangeleverd worden. Hier gebruiken we de VMRG Kwaliteitseisen voor. Aan de hand van al deze data gaat de ingeschakelde expert aan het rekenen.
Van Leeuwen: Door materiaalgebruik te minimaliseren, afval hoogwaardig te recyclen of her te gebruiken, groene stroom, duurzamer transport (elektrisch, waterstof), het aantal transporten te verminderen, de eigen productie emissieloos of -arm maken, verpakkingsmaterialen her te gebruiken en elektrisch materieel op de bouwplaats, kan een bedrijf zo’n 20-25% verbeteren op de totale score. De rest ligt bij het systeemhuis of de grondstofleverancier.
De resultaten van de LCA’s van bedrijven komen als productkaarten in de Nationale Milieu Database (NMD) te staan. Voor bedrijven die geen eigen productkaarten hebben, biedt de VMRG branchekaarten. Deze zijn gebaseerd op gemiddelden uit de gevelbranche. De VMRG actualiseert momenteel de bestaande branche LCA’s en breidt deze uit, bijvoorbeeld voor vliesgevels, om ze vervolgens in de NMD te zetten. Daarnaast heeft de VMRG software aangeschaft en medewerkers opgeleid om de aangesloten bedrijven te kunnen ondersteunen op het gebied van milieuprestatie.